Handige informatie rondreizen Indonesië
Alle informatie die handig is bij rondreizen naar Indonesië op een rijtje.
Alle informatie die handig is bij rondreizen naar Indonesië op een rijtje.
Voor rondreizen naar Indonesië heb je een paspoort nodig dat tot 6 maanden na vertrek uit Indonesië nog geldig is. Bij aankomst op de luchthaven van Medan, Jakarta, Denpasar, Yogyakarta of Lombok moet je een visum kopen van US$ 35. Dit visum is 30 dagen geldig.
Bovenstaande richtlijnen gelden voor reizigers met de Nederlandse of Belgische nationaliteit. Reizigers met een andere nationaliteit dienen zelf contact op te nemen met de ambassade.
Kinderen dienen over een eigen paspoort te beschikken. Wanneer een kind meereist met een ouder met een andere achternaam, dan kan gecontroleerd worden of er daadwerkelijk een ouder-kindrelatie is. Doel van deze extra controle is om ontvoeringen van kinderen tegen te gaan.
De munteenheid van Indonesië is de rupiah. 100.000 rupiah is ongeveer € 5,70 waard (april 2021). Je bent dus al snel miljonair in Indonesië en hebt ook altijd behoorlijk wat biljetten op zak.
In Indonesië kun je in alle steden pinnen. Over de gehele route verspreid, vind je plekken waar je kunt pinnen. Ook kun je overal euro’s wisselen in lokale valuta. Je kunt op steeds meer plaatsen in Indonesië betalen met creditcards, echter nog altijd op beperkte schaal. We raden jullie dan ook aan om een kleine som aan contant geld mee te nemen en de rest te pinnen. In kleine plaatsjes of op de eilandjes kun je niet pinnen. Euro’s kun je overal omwisselen, neem alleen niet al te grote coupures mee.
Creditcards zoals Mastercard en Visa worden in de grotere plaatsen en hotels steeds vaker geaccepteerd. Terug wisselen van Rupiah naar Euro is geen probleem.
Om veiligheidsredenen hebben Nederlandse en Belgische banken de bankpassen met Cirrus/Maestro-logo standaard ingesteld op gebruik binnen Europa. Indien je geld wilt pinnen in Indonesië dien je deze instelling tijdelijk te wijzigen naar ‘Wereld’.
Voor een vakantie naar Indonesië zijn vaccinaties niet verplicht maar worden ze wel aangeraden. Kijk voor de actuele stand van zaken op www.lcr.nl, de site van het Landelijk Coördinatiecentrum Reizigersadvisering dat richtlijnen uitgeeft voor vaccinaties en preventie van malaria. Zelf hebben we goede ervaringen met Thuisvaccinatie.nl. Deskundige artsen komen thuis langs wanneer het jou uitkomt, dus ook ’s avonds en in het weekend, om advies te geven en direct in te enten.
Malaria vormt bijna geen probleem op Java, Bali of Lombok. Op Sumatra komt het nog voor. Maar het is altijd belangrijk je te informeren naar de laatste stand van zaken.
Indonesië heeft een tropisch klimaat. De temperatuur is het gehele jaar vrij constant en ligt rond 30°C. Het kent twee seizoenen, het droge seizoen en het natte seizoen. Het droge seizoen (musim kemarau) is tussen april en oktober en het natte seizoen (musim hujan) tussen november en maart. De hoeveelheid neerslag varieert van eiland tot eiland, afhankelijk van de geografische ligging en hoogte. In de berggebieden valt aanzienlijk meer regen dan in de laagvlakten. Tijdens de regentijd regent het bijna nooit de hele dag en de temperatuur blijft ook tijdens de buien aangenaam. Na een bui klaart het vaak snel weer op.
De beste reistijd verschilt per eiland. Op zich kun je prima in de regentijd naar Indonesië reizen. Voordeel is dat het landschap dan op z’n mooist (en groenst) is. Ga je aan het einde van de droge moesson dan heb je de ‘pech’ dat het landschap droog en kaal is.
Houd er rekening mee dat wanneer je de bergen ingaat of vulkanen beklimt, het ’s ochtends flink koud kan zijn en je een windjack of trui nodig hebt.
Omdat Indonesië zo’n uitgestrekt land is, kent het verschillende tijdzones. Op Java en Sumatra is het in onze zomer vijf uur later. Op Bali en Lombok zes uur. In de wintertijd is het tijdsverschil met Indonesië een uur meer.
Indonesië heeft een uitgebreid mobiel netwerk, maar er is niet overal bereik. In afgelegen gebieden zal dat niet het geval zijn. Wanneer je een simlockvrij toestel hebt is het voordelig om een lokale simkaart plus prepaid beltegoed aan te schaffen. Er zijn verschillende mobiele telefoonmaatschappijen, het beste bereik heeft Telkomsel.
In grote steden en plaatsen waar toeristen komen zijn internetcafés. In veel hotels is gratis WiFi. Ook in een groot aantal cafés en restaurants is gratis WiFi.
De netspanning in Indonesië is 220 volt, een enkele keer komt 110 volt voor. In Indonesië worden meestal dezelfde stopcontacten gebruikt als in Nederland. Toch is het handig om een universele adapter mee te nemen.
Zo groot als Indonesië is, zoveel talen worden er gesproken. Op de Indonesische eilanden worden ongeveer 350 verschillende talen en dialecten gesproken. De officiële nationale taal van Indonesië is Bahasa Indonesia. Naast het lokale dialect wordt dit door bijna iedereen gesproken. In de toeristische gebieden spreken de meesten Engels en soms kom je nog iemand tegen die Nederlands spreekt.
Indonesië is een veilig land om te reizen. Kleine criminaliteit komt echter wel voor. Wees in drukke menigten dus alert op je bezittingen. Geld en belangrijke papieren kun je het beste in de kluis van je hotel bewaren. Voor de actuele informatie kun je altijd kijken op de website van buitenlandse zaken. www.minbuza.nl
Indonesië staat natuurlijk bekend om zijn heerlijke keuken en het zal dan ook echt genieten zijn voor de lekkerbekken onderweg. De basis van elke maaltijd in heel Indonesië is gekookte witte rijst (nasi putih). Rijst wordt door iedereen veel gegeten, zelfs bij het ontbijt. Toeristen krijgen vaak gewoon brood als ontbijt. Maar vraag gerust om een bordje gebakken rijst als je daar trek in hebt.
Ander ingrediënten die overal veel gebruikt worden zijn kokos, chilipepers en inheemse kruiden en grassen. Maar daarnaast is er veel variatie per regio in het gebruik van kruiden en groenten. In geen enkel ander land ter wereld worden zoveel verschillende specerijen verbouwd als in Indonesië. Op Sumatra kan het eten pittig zijn, terwijl het op Java veel milder is.
Ook de religie speelt een rol. Op Java en Sumatra zal weinig varkensvlees gegeten worden, maar op Bali wordt juist weer geen rund gegeten. Op Java is weinig ruimte om vee te houden, dus daar komt veel tempe voor. Spotgoedkoop en lekker eet je bij een zgn. warung (klein restaurantje of eetstalletje) of een `kaki lima’ (rijdend eetstalletje). Warungs en kaki lima’s zijn gewoonlijk gespecialiseerd in één bepaald gerecht, bv. soto, saté of nasi goreng.
In eetgelegenheden of hotels waar veel toeristen verwacht men vaak wel een fooi. Dit is ook onderdeel van hun salaris. Ook is het gebruikelijk om aan gidsen en chauffeurs een fooi te geven.
Het is natuurlijk sterk afhankelijk van je bestedingspatroon wat je verder nog aan uitgaven kwijt bent in Indonesië. Reken voor een gezin van 4 personen op ongeveer € 400 per week voor eten, drinken, fooien, souvenirs en entreegelden.
Indonesië is een gigantisch land bestaande uit 17.000 eilanden die zich over meer dan 5.000 kilometer uitstrekken. Het is 46 keer zo groot als Nederland en telt maar liefst 250 miljoen inwoners. Dit brengt ook met zich mee dat het een zeer rijke, maar ook zeer diverse cultuur kent. De bevolking is onder te verdelen in maar liefst meer dan 300 verschillende groepen met ieder hun eigen gewoontes en gebruiken. Het grootste deel van de bevolking woont op Java, Bali of Sumatra. Java wordt dan ook gezien als het economische en politieke middelpunt.
Ongeveer 85% van de bevolking is Islamitisch. Deze zal je veel tegenkomen op Sumatra en Java. Op Bali zal je veel Hindoeïsten en Boeddhisten tegenkomen. Verder oostelijk in Indonesië tref je veel Christenen.
Je zal zien dat het geloof vaak verweven is met plaatselijke tradities en dat iedere streek weer anders is. Deze bepalen de manier van leven en wordt ook wel adat genoemd, de gewoonten van een etnische groep of gemeenschap. De adat en het geloof kunnen gewoon naast elkaar bestaan.
Veel aanhangers van de islam combineren islamitische rituelen met een diepgewortelde mystiek, die teruggrijpt op de pre-islamitische tijd. Voor menig moslim is er meer tussen hemel en aarde dan het blote oog kan zien. Verdwaalde zielen, geesten en spoken en andere onzichtbare wezens bevolken de mystieke wereld met hun goede en kwade krachten. Magische krachten die gewone stervelingen kunnen oproepen met hulp van mystici.
Op Bali is het hindoeïsme alom aanwezig. Op straat struikel je letterlijk over de offerandes. Elk huis heeft een familietempel, elk wijk zijn eigen buurttempel en elk veld een offerandeplek voor de rijstgodin. Het geloof biedt de gelovigen houvast en structuur, en een overdaad aan ceremonies en zuiveringsrituelen. Alles bij elkaar zal een Balinees tijdens zijn leven aan letterlijk honderden rituelen en feesten deelnemen en er veel tijd en geld in investeren.
Indonesiërs zijn over het algemeen bijzonder vriendelijk en open. Waar je tijdens je Indonesië rondreis ook komt, je zult dikwijls door kinderen en zelfs volwassenen worden begroet met ‘Hello mister’ (ook als je een vrouw bent). Het stellen van allerlei persoonlijke vragen over leeftijd, salaris, religie en andere persoonlijke zaken is in Indonesië de gewoonste zaak van de wereld. De keerzijde van al deze gezellige praatjes is dat Indonesiërs soms de tijd uit het oog verliezen en regelmatig te laat op afspraken verschijnen.